Gemeente Reiniging, Haven en Marktwezen
Uw ref.:afd.7(2)nr. 8503 dd. 10 mei 1990 Ons kenmerk: HW 261/90 Datum, 10 juli 1990Geacht college,
In antwoord op Uw verzoek van 25 juni j.1. om advies op bovengenoemde brief van de wijkraad Harmenjanswijk,
inzake een mini-botenhelling nabij de Waarderhaven, bericht ik U als volgt.
De bezwaren tegen de eerder voorgestelde botenhelling betroffen voornamelijk het openbare karakter van deze voorziening.
Men zou bang zijn dat ook van buiten de woonschepenhaven men de helling zou gebruiken - niet alleen voor de woonschepen, maar ook door de woonwagenbewoners.
Ook het "gevaar" van een dergelijke voorziening werd aangehaald.
Beide bezwaren zijn niet ondervangen als de helling in zelfwerkzaamheid alsnog door de havenbewoners wordt aangelegd.
Ik had al vrede met de uitspraak van een van de nabijgelegen woonschip-bewoners, die aangaf de situatie zo te laten
en de bewoners in onderlinge samenwerking toe te staan met een paar man hun roeiboten daar uit het water te halen.
Ook moet worden opgepast, dat de gemeente niet uitgespeeld wordt in de controverse tussen de Stichting Waarderhaven
en een aantal bewoners, die zich door de wijkraad vertegenwoordigd wil zien.Toch denk ik dat op basis van het voorstel van de wijkraad alsnog gekomen kan worden tot het realiseren van deze
voorziening.
Inderdaad kan de voorziening dan niet meer aangezien worden als een "openbare" voorziening.
Ik wil graag meewerken aan de status van "voorziening voor de woonschipbewoners van de Waarderhaven".
Daarmee vervalt dan de mogelijkheid van subsidie van de Provincie.Als de bewoners uit eigen middelen en in zelfwerkzaamheid dit willen realiseren, stel ik U voor in principe
niet onwelwillend tegenover dit voorstel te staan en nadere voorstellen daarover af te wachten.
Terug naar de tekst-pagina, of klik op "vorige".